Bij amateurkunstbeoefening gaat het om het beoefenen van creatieve en kunstzinnige activiteiten in de vrije tijd en op amateurniveau. Het is dus een recreatieve activiteit. Voorbeelden zijn het zingen in een koor, schilderen of toneel spelen in een amateurgezelschap. Ook het volgen van een cursus of meedoen aan een workshop vallen hieronder, maar zaken als een film of concertbezoek horen hier niet bij. Dat zijn namelijk voorbeelden van receptieve vormen van cultuurdeelname (LKCA, 2021). De culturele en kunstzinnige activiteiten binnen de amateurkunst worden door LKCA opgedeeld in 6 categorieën:
- Beeldend
- Muziek
- Dans
- Theater
- Creatief schrijven
- Media (fotografie/video/film/computerkunst)
Volgens het LKCA beoefent 40% van de Nederlanders een kunstvorm, een groot deel hiervan vindt plaats in groepsverband (Bureau Lahaut, 2023).

Waarde van amateurkunstbeoefening
Net als bij cultureel erfgoed kan amateurkunstbeoefening op verschillende manieren waarde hebben. Ook hier kan men een onderscheid maken tussen de intrinsieke en afgeleide waarden. Bij de intrinsieke waarde gaat het om het feit dat mensen het leuk vinden om mee te doen aan amateurkunst en hier plezier uit halen. LKCA (2021) noemt dit ook wel de artistieke waarde, het beleven van kunst door het zelf te maken. Een voorbeeld van een economische waarde is de werkgelegenheid die de amateurkunstsector biedt voor kunst en cultuur professionals. Meer indirect is de manier waarop amateurkunstbeoefening een positieve invloed kan hebben op de gezondheid van mensen. Door deze positieve invloed op welbevinden worden onnodige zorgkosten bespaard (LKCA, 2021). Als laatste zijn er de maatschappelijke waarden, deze zijn erg belangrijk binnen de amateurkunst. Zo blijkt uit onderzoek van LKCA dat 80% van de mensen die in groepsverband amateurkunst beoefent dit doet vanuit sociale overwegingen (‘’voor de gezelligheid’’). Dit geeft aan hoe amateurkunst kan bijdragen aan sociale cohesie en eenzaamheid kan tegengaan. Naast de verbinding die amateurkunst kan bewerkstelligen, is het ook op individueel vlak waardevol; het is een zinvolle vrijetijdsbesteding die goed is voor de persoonlijke ontwikkeling (LKCA, 2021).

Ontwikkelingen op het gebied van ledenaantallen
60% van de amateurkunstbeoefenaars behoort tot de lage of middeninkomens. Vanwege allerlei ontwikkelingen in de maatschappij, zoals inflatie en schaarste in oefen, opslag en uitvoeringsruimtes, wordt het steeds moeilijker voor deze groep om mee te blijven doen in de amateurkunstbeoefening (LKCA, 2022). Samengaand met de vergrijzing is het aantal leden van amateurkunstverenigingen aan het dalen, evenals het aantal vrijwilligers dat zich hiervoor inzet. Ook de corona crisis heeft invloed gehad op het ledenaantal van amateurkunstverenigingen, zo hebben 14.000 zangers hun koorlidmaatschap opgezegd in 2020 (LKCA, 2021). Uit het onderzoek van LKCA blijkt verder dat veel verenigingen moeite hebben met het vinden van nieuwe jonge aanwas. Dit heeft te maken met de achterliggende digitalisering. Het ledenbestand bestaat voornamelijk uit 50+ers die sowieso niet veel hebben met online content maken, maar dit is juist een belangrijke manier om jongeren te bereiken en werven.
Ontwikkelingen in beleid
De laatste jaren is met name veel landelijke ondersteuning voor de amateurkunstsector weggevallen door bezuinigingen. Voor ondersteuning zijn de amateurkunstverenigingen nu sterk afhankelijk van de gemeenten, die onderling veel verschillen vertonen in regelingen. Wat betreft provinciale steun ligt in veel provincies de nadruk op cultuureducatie en minder op amateurkunst. Bovendien krijgen bepaalde disciplines zoals muziek en film meer koepelondersteuning dan bijvoorbeeld dans en theater. Al met al blijkt er een gebrek aan structurele ondersteuning, waardoor de verenigingen het zwaar hebben (Bureau Lahaut, 2023). Het LKCA pleit dan ook voor meer inspelen op behoeften van de amateurkunstenaars en het beter benutten van amateurkunst in het sociale domein en de zorg. Andere aanbevelingen zijn het versterken van de verbinding tussen amateur en professionele kunst (amateurkunst is de springplank voor jonge talenten) en meer samenhang in de ondersteuningsstructuur (LKCA, 2021).
Onderzoeken door Bureau Lahaut
Om de culturele sector goed te laten herstellen van de coronacrisis, is het voor een gemeente belangrijk om eerst in kaart te brengen hoe het met de culturele verenigingen gaat. Op basis van dit onderzoek kunnen steunmaatregelen worden ontwikkeld dan wel aangepast. Bureau Lahaut heeft kennis en ervaring met onderzoek naar het herstel van de plaatselijke culturele sector na corona. Lees verder.
Daarnaast hebben wij ervaring met het inventariseren van ruimteboefte voor amteurkunstbeoefening. Het gaat daarbij om drie type ruimtes:
- Oefen- en maakruimtes. Denk hierbij aan ruimtes voor repetities, lessen en gezamenlijk beoefenen van een kunstvorm.
- Uitvoerings- en tentoonstellingsruimtes. Denk hierbij aan ruimtes voor het geven van voorstellingen, optredens, exposities.
- Ruimteopslag voor materialen. Denk hierbij aan opslag van decor, kostuums, collectie e.a.
Verder lezen
LKCA. (2021). Revitalisering van de amateurkunst: Investeren in een betere
ondersteuningsstructuur. In LKCA.nl (Nr. PO020880). Geraadpleegd op 16 mei 2023, van https://www.lkca.nl/wp-content/uploads/2021/09/20210910-Rapport-BMC-Verbeteren-Ondersteuningsstructuur-Amateurkunst.pdf
LKCA. (2022, 28 september). Oproep aan gemeenten: Houd amateurkunst betaalbaar,
behoud maatschappelijk vastgoed – LKCA. https://www.lkca.nl/opinie/oproep-aan-gemeentebestuurders-houd-amateurkunstbeoefening-betaalbaar-behoud-maatschappelijk-vastgoed/